‘Als mensen meubels dumpen bij het milieuperron, dat is voor mij wel een grens’
Voor de serie “Bijzondere buren’ zijn we aangeschoven bij Ger Paulissen. Tot aan zijn pensioen afgelopen maart was hij verantwoordelijk voor het opruimen van straatafval in Wyckerpoort.
Ger, je bent nu 67 en met pensioen. Dat was een lange loopbaan. Wanneer ben je begonnen met werken?
‘Ik was 16. Mijn eerste baan was bij loodgieter Pietje Hogenboom. Daarna naar de steenfabriek Belvédère. Laden en lossen, vormen vullen. Dat was zwaar werk. Toen heb ik een tijdje in Amsterdam gewerkt bij een bedrijf dat airco’s installeerde. Daarna terug werken in Maastricht want we hadden twee kleine kinderen. Dat werd steenfabriek Klinkers, daar heb ik bijvoorbeeld reparaties gedaan aan de tunneloven.’
Toen kwam de gemeente als werkgever in beeld.
’Eerst heb ik bij de MTB gewerkt. Daarna ging ik over naar de gemeente en heb ik tal van klussen gedaan in het stadskantoor. Ik kreeg een darmziekte en ik moest dichter bij huis werken. Dat werd de reiniging in Wyckerpoort. Mijn gebied lag tussen de Viaductweg en de Lourdes-kerk, later tot aan het Oranjeplein.’
“De tunnel bij de Kolonel Millerstraat was soms echt een ramp.”
Je staat bekend als Ger de prikker en je vond het heerlijk werk: ‘elke dag buiten en aanspraak’ zei je eerder in een interview.
‘Ja, ik begon mijn ronde op het Old Hickoryplein. Er was tijd voor een kopje koffie in de school. Soms boden mensen mij een kop koffie aan. Dat was even pauze. En dan doorn.’
De brede collectie opruimen die anderen op straat gooien.
‘Ik vond de gekste dingen. Heel veel plastic boodschappenzakken. Ik heb ook wel ’s een opblaaspop gevonden, vaker ook gebruikte spuiten. En een enkele keer een briefje van tien of twintig. Zelfs op één dag twee keer een briefje van vijftig toen ik met mijn vrouw Kitty naar de Albert Heijn liep. Maar het meeste was toch echt afval. De tunnel bij de Kolonel Millerstraat was soms echt een ramp. Dan was je blij als je hulp kreeg van een veegmachine.’
“Je moet nu oogkleppen opzetten.”
Steeds weer opnieuw: afval van anderen.
‘Dat kon ik los laten. Het lag er, ik ruimde het op. Bij de ANWB-flat, tussen de school en de Albert Heijn, kon ik een uur later terugkomen, lag weer alles vol. Maar als mensen meubels dumpen bij het milieuperron, dat is voor mij wel een grens.’
Maar tussendoor waren er ook de gesprekken en gesprekjes.
‘Soms over het weer, maar vaker over wat mensen hadden meegemaakt. Of wie nu weer iets had uitgespookt. Ook over het verlies van iemand, over mensen die ernstig ziek werden. Maar natuurlijk ook over leuke dingen als trouwen. Het waren echt wel gesprekken. Mensen wilden hun ei kwijt.’
Wat zie je als je nu met de honden door Wyckerpoort loopt?
‘Ik zie het afval wel maar Kitty zegt ook: je moet nu oogkleppen opzetten. Laat het los.’
Hoe ziet de week van de gepensioneerde Ger er uit?
‘Klusjes in huis, wat ‘dabbelen’ in de tuin en uitstapjes. Gezellig naar Aken of Düren bijvoorbeeld.’
Je gaat nog één dag werken. Je bent die dag burgemeester. Wat zou je veranderen?
‘Haha, burgemeester, daar zou ik geen goeie voor zijn. Maar ik zou het goedkoper en gemakkelijker maken voor mensen om afval kwijt te raken. Afval naar het milieupark wordt gratis. En zet één keer in de maand een container in de wijk voor groter afval. Want niet iedereen heeft een auto. Ik denk dat het er dan bij de milieuperrons anders uit zou zien. Beter.’