[ Bijzondere buren ]
Yoefei Ye en Xiaojie Pan van ‘t Trefpunt
‘Het is vooral hard werken’
Yoefei Ye en Xiaojie Pan: ‘Het contact met de klanten vinden we het leukst.’
Yoefei Ye en Xiaojie Pan runnen al 23 jaar de frituur die iedereen in Wyckerpoort wel kent. ’t Trefpunt is de officiële naam. En met recht: het is een waar ontmoetingspunt, waar mensen uit de wijk en van ver daarbuiten naartoe komen voor hun verse frites.
Halverwege de jaren negentig kwamen ze naar Nederland. Yoefei eerst, Xiaojie volgde een jaar later met hun zoontje. In Breda kregen ze nog een dochtertje. Yoefei werkte er in een restaurant bij familie. Toch wilden ze liever een eigen zaak. ‘Een frituur leek ons handig,’ zegt Yoefei, in het keukentje achter de opslagruimte met de zakken nog ongeschilde aardappelen. ‘Dan kun je goed als man en vrouw samenwerken. En we wilden werk dicht bij huis voor onze kinderen. Vanuit Breda begon de zoektocht naar een goed pand. Via een makelaar kwamen we in 2001 hier terecht. We waren de eerste Chinese snackbarhouders van Maastricht.’
Al had Yoefei enige restaurantervaring, het werken in een snackbar was toch nieuw voor ze. De vorige eigenaar hielp ze een maand lang op weg. Hoe je frites moest bakken, de apparatuur moest gebruiken. De schilmachines waren nog van hem. Yoefei en Xiaojie waren erg blij met alle hulp. ‘We hebben nog altijd goed contact met de oude eigenaar. Hij is voor ons als familie. De naam ‘Bei Pa’ verwijst naar hem. Die naam hoorde eigenlijk bij een café, hier om de hoek. Dat café bestaat niet meer, alleen de naam nog. Dus nu zijn wij ‘Bei Pa’.’
Klanten van overal
Makkelijk ging het niet altijd met de zaak. Door de bouw van de A2-tunnel waren ze slechter bereikbaar en ook de coronatijd liet zijn sporen na. Maar inmiddels is hun klantenkring weer gegroeid en komen mensen zelfs uit Borgharen, Berg en Terblijt en België. In de loop der jaren zijn ook langdurige contacten ontstaan. Ze hebben kleine kinderen zien opgroeien tot volwassen mensen, die nu weer zelf met hun kinderen in de zaak komen. ‘Het contact met de klanten vinden we het leukst. Ze zijn doorgaans vriendelijk en vooral met carnaval is het heel gezellig. Als er iets fout gaat met een bestelling, hebben de meeste mensen wel begrip.’ Toch kan Xiaojie zich nog opwinden als ze terugdenkt aan een erg boze klant, die een hele bestelling opnieuw wilde, omdat een portie frites ontbrak. En de al geleverde producten ook zelf hield.
Nieuwe plannen
Het loopt goed met de zaak. Toch willen Yoefei en Xiaojie er langzaamaan een punt achter zetten. ‘Het is heel hard werken. Elke dag. En vaak tot laat in de nacht, eer alles weer schoon en klaar is.’ Een makelaar is inmiddels in de arm genomen. Het liefst dragen ze de snackbar over aan mensen, die er ook weer gaan wonen. Zelf verhuizen ze dan naar hun nieuwe huis aan de Groene Loper.
Voor daarna hebben ze plannen genoeg. ‘Koken, zingen, koffiedrinken.’ Vooral koken is de grote hobby van Xiaojie. Thuis is dat altijd Chinees eten, het liefst uit de streek waar ze vandaan komen, aan de oostkust ten zuiden van Shanghai. Hollandse stamppot lijkt haar maar niks. Ze somt op: dumplings, bapao, zoetzuur. ‘Chinees eten maken kost veel tijd,’ zegt Xiaojie. Ze haalt een grote pot met zoetzuur tevoorschijn. Witte repen koolrabi, in de vorm van frites. Knapperig, fris, mild zoetzuur. Heerlijk.
Recept voor Chinees zoetzuur
Een echt recept voor zoetzuur hebben ze niet. Maar een voor een passeren alle ingrediënten de revue. Voor een mooie pot Chinees zoetzuur:
15 gram zout en 80 gram suiker (monocrystal sugar, van de toko) oplossen in 500 gram water en 280 gram azijn. In een schone pot doen met koolrabi, geschild en in reepjes, 1 Spaanse peper, voor de kleur, 1 gedroogde chili, sechuan peper, knoflook in plakjes, gember, 1 steranijs en 1 kaneelstokje. Andere harde groenten, zoals wortel, zijn ook geschikt. Bewaren in de koelkast en de tijd geven. Een waarschuwing nog van Yoefei: ‘Laat het niet te lang staan, want na ongeveer een maand gaat de smaak achteruit.’