Eeuwfeest parochie: expositie over Lourdes-kerk en architect Frits Peutz
‘Opa, welke koning woont hier?’
Architect Fred Humblé stelde bij het eeuwfeest van de Lourdes-parochie een tentoonstelling over het kerkgebouw samen. Hij toont de ommezwaai die Frits Peutz in 1936 maakt tijdens het ontwerpen en hoe Maastricht een monument krijgt dat een ankerpunt is voor Wittevrouwenveld en Wyckerpoort.
Fred Humblé werd door Ronald Pellemans van het kerkbestuur gevraagd mee te doen in een groep die het programma rond het 100-jarig bestaan vorm geeft. Zijn bijdrage werd een tentoonstelling (tot 26 mei 2024) met foto’s die het ontstaan van de kerk en de continue ontwikkeling van de wijk in beeld brengen. De afbeeldingen en het verhaal van Fred Humblé ademen bewondering voor het vakmanschap van Frits Peutz en voor het eindresultaat dat in 1937 werd gebouwd.
Enorme originaliteit
‘Fritz Peutz was naast Alphons Boosten (Koepelkerk) en Jos Wielders (kerk Rothem) een van de drie interessante architecten voor kerken tussen de twee wereldoorlogen. Peutz werd landelijk bekend door zijn enorme originaliteit, zijn beheersing van het moderne èn van het traditionele’, legt Fred Humblé uit. Hij roemt Peutz om zijn kennis van de klassiekers in de architectuur: ‘Kijk hoe hij bij de Lourdeskerk terug gaat naar de plattegrond van de basilica uit de vroegchristelijke tijd. Maar hij geeft er steeds zijn eigen draai aan. Daarom vind ik zijn werk zo intrigerend.’
Fred Humblé is niet de enige bewonderaar. Tijdens een bezoek aan de kerk neemt mijn kleinzoon Lex (5) de tijd om alles goed te bekijken. Wat hij ziet maakt kennelijk ook op hem indruk: ‘Opa, welke koning woont hier?’
Gotische kerk met spitsen
Humblé laat zien dat er in de Lourdeskerk enorm veel studie zit. Even een snelle krabbel voor een wereld-ontwerp op het bekende sigarendoosje is een fabeltje: ‘Er zijn in dit ontwerp-proces veel varianten geweest. Peutz begon met een gotische kerk met spitsen. Dat kwam omdat bouwpastoor Jacobs van het Wittevrouwenveld de Sint-Monulphus en Gondulphuskerk van Peutz in Berg en Terblijt had gezien. ‘Dat wilde hij ook, zo’n gotische kerk alleen veel groter, vertelt Humblé lachend. Kennelijk slaagt Peutz er in, na een eerste megalomaan ontwerp, de pastoor duidelijk te maken dat de gotiek in de amper nog bebouwde buurt niet echt zou passen. Daar komt bij dat de draagkracht van de bodem (en van het budget) onvoldoende zouden zijn. In ieder geval krijgt hij de ruimte om terug te grijpen op die al genoemde klassieke vorm van de basilica. Maar met een twist: ‘De kerktoren staat bijvoorbeeld iets gedraaid naast de kerk. En hij geeft de kerk een heel hoog transept (het dwarsschip,red), dat vind ik echt een vondst van Peutz. Een andere keuze: hij werkt in de kerkinterieur met grote bogen en niet met zuilen zoals zo vaak in een Romaanse kerk. Wat je ziet is een virtuoos ruimtelijk spel en dat is een speciale kwaliteit van Peutz.’
‘Wat je ziet is een virtuoos spel en dat is een speciale kwaliteit van Peutz.’
Extreme soberheid
Wat aan de Lourdeskerk ook opvalt volgens Fred Humblé: ‘De extreme soberheid in het ontwerp. Hij vond kennelijk dat het materiaal (Kunrader steen uit inderdaad Kunrade en mergelsteen uit Sibbe) zo rijk was dat meer ornamenten niet nodig waren.’ Het beeld van de kerk wordt gedomineerd door de halfronde boogramen. Die komen overal in verschillende afmetingen terug en de toren heeft halfronde openingen voor de klokken met klassiek Romaanse zuilen in de klankgat-openingen van de toren. De rode dakpannen (behalve op de toren) versterken het Romaanse beeld van de Lourdeskerk.
Opzienbarend
Volgens Fred Humblé behoort de Lourdeskerk samen met de Koepelkerk tot de meest opzienbarende kerken die in de twintigste eeuw in Maastricht zijn gebouwd. Bijzonder is dat de kerk een heuse ‘Peutz-hotspot’ rond het Leeuwenpark aanvoert samen met de vroegere bewaarschool en de Theresia-school voor meisjes. Tot vreugde van Fred Humblé komen de leerlingen terug aan de Groene Loper: de vroegere meisjes-school wordt onderdeel van het nieuwe Kernkindcentrum. ‘Daardoor ontstaat hier een heel aardig plein dat een centrum-functie krijgt voor de wijk. We kunnen terug naar het ideaal van toen, kerk en school als ankerpunten in een wijk.’
Frits Peutz, nog steeds inspirerend
Zijn eerste woning ontwerpt hij in 1919, zijn eerste kerk in 1922. Peutz (1896-1974) is als architect in staat naast traditioneel ook voor die tijd heel modern te bouwen. Dat bewijst hij in 1933 met het Glaspaleis in Heerlen. Bijna 100 jaar later staat dit voormalige warenhuis voor Schunck op de lijst van de 1.000 belangrijkste gebouwen van de 20ste eeuw.
Opvallend is dat Peutz bij het tekenen van kerken mijlenver wegblijft van zijn andere gebouwen uit dezelfde periode. Want de kerken worden getekend met veel oog en respect voor de traditionele architectuur die terug gaat tot de Romeinse opvattingen van architectuur. En waar zijn moderne gebouwen vaak gestucte buitenmuren hebben, bouwt hij kerken met materiaal uit de regio: Kunrader steen en mergel. Fred Humblé: ‘Peutz was samen met Boosten een zeer belangrijk architect en hij inspireert nog steeds.’
Het eerste ontwerp: een Gotische kathedraal midden in het veld.
Het interieur wordt gekenmerkt door de opvallend grote bogen.
De ramen in verschillende afmetingen hebben steeds dezelfe vorm.
Fred Humblé (1954)
Hij is bekend als supervisor voor alle nieuwe gebouwen langs de Groene Loper. Humblé is sinds 1992 zelfstandig architect en gepensioneerd partner in het bureau Martens Willems & Humble architecten. Het bureau in Maastricht is aan de Groene Loper onder meer ook verantwoordelijk voor de restauratie van de Gemeenteflat, het appartementengebouw tegenover de kerk, zorgcentrum ‘Le Sud’ in het zuiden en complex ‘De Miller’ in het noorden. Fred Humblé is sinds 2004 gastprofessor aan de Rheinisch Westfälische Technische Hochschule in Aken.
Grapje van de aannemer: deze kogel is door de kerk. De kogel is gebruikt bij een van de Franse belegeringen van Maastricht- en werd op de bouwplaats gevonden.